De kans op succes – een nieuw ras met toegevoegde waarde – lag bij Averis altijd in de orde van 1 op 250.000. Deze lage slaagkans is het gevolg van het feit dat een aardappel twaalf chromosomen heeft en daarvan elk vier kopieën heeft.
Deze erven onafhankelijk van elkaar over naar de volgende generatie. Verder zijn veel eigenschappen gebaseerd op meerdere genen. Het onderwatergewicht bijvoorbeeld wordt genetisch bepaald door 50 tot 200 genen. Gewenste varianten van die genen, die bij elkaar in een ouderras zitten, zullen dus in de nakomelingen weer in allerlei combinaties, maar bijna nooit meer allemaal, bijeenkomen.
Om de kans van slagen te vergroten doet Averis onderzoek naar de genetische achtergrond van de aardappel en technologieën om die te bepalen. Met deze kennis en technologie kan reeds in het zaailing stadium een effectieve en gerichte selectie worden uitgevoerd. Tevens kunnen betere ouderrassen voor het kruisen worden uitgezocht. De introductie van deze technologieën heeft de kans op succes de afgelopen tien jaar een klein factor 10 vergroot. Ook in de komende tien jaar zal hiermee de slaagkans verder toenemen, waardoor nieuwe rassen vaker, of beter nog met grotere verbetering, in eigenschappen kunnen worden ontwikkeld.
Een tweede onderzoeksveld betreft het toepassen van nieuwe technologie in het kweekwerk, bijvoorbeeld het doen van waarnemingen vanuit de lucht, automatisering van kwaliteitsbepaling, smart en vertical farming technologie gericht op het verbeteren van de kwaliteit van het selectieproces.